Jezus Christus: De Weg naar Eenheid via de Liefde

De liefde tot God
De weg naar mystieke Eenwording

Les 55

In jou fonkelt en straalt een Licht. Dit Licht breekt uit het witte kleed naar buiten. Breed uit overstraalt het je zielegrootte. Het is de Zoon of Dochter van de Vader: Zuiver, vol licht, puurste Liefde, goedheid, vol kracht. Het Kind, dat eens voor de Vadertroon stond en sprak:

“Vader, zo is het! Ik neem het zielegewaad en mensengewaad Ik, JEZUS CHRISTUS, ben midden onder jullie en in Mij altegenwoordig bij allen, die nu door de beproevingen van hun Hoger Zelf gaan.

Nu wil Ik Mijn Woorden aan jullie verdiepen, opdat jullie begrijpen, wat het Hoger Zelf voor jullie ziel en mens betekent, opdat jullie beseffen, dat zorgvuldig de vaak vermeende toevallen voorbereid werden, waardoor de mens zijn zwakke kanten doorleeft en waardoor de ziel, die deze zwakheden vanuit vorige incarnaties draagt, vrij wordt, nu zij al haar duisternis op de mens werpt.

Jullie weten, dat niets gebeurt zonder oorzaak.Wat er in het hier en nu gebeurt, trilt uit het verleden en zal in het hier en nu opgelost moeten worden, zodat jullie voortaan in de kracht van jullie goddelijk Erfdeel( van de Vader op Zijn Zoon, Zijn dochter overgedragen) vrij kunnen werken.

Een voorbeeld: Er werd in de kring over de verzekering gesproken, die, O geliefde broeder, je zuster ten deel valt. Maar wat is zij geestelijk gezien? In het aardse was ze jouw vrouw. Jullie gingen scheiden, uit onvrede. In het geestelijke is ze toch je zuster. Niet voor de eerste keer ging jij met haar over het aardse plan. Het Hoger Zelf, de zoon van de Vader in jou, heeft nu voor weggaan verkozen, waardoor de karmische draden vrijgemaakt kunnen worden, opdat jij, O Mijn broeder, vrij wordt om Mij te dienen, om in vrijheid als Zoon van de hemelse Vader over de aarde te gaan en je JA te vervullen, dat wat je eens gaf.

Voor de derde keer hebben de zolen van je schoenen losgelaten. De uitnodiging, zich in het materiële vrij te maken, is niet mis te verstaan. De opgave, die het Hoger Zelf jou aan de mens stelt, bevrijdt bij de ontbinding ervan hetzelfde in jouw ziel. Nog een keer Mijn woorden als bekrachtiging!

Nu begrijp Ik je heel goed, dat de opgestuwde woede op het moment van het gebeuren je bedrukken. Nu keer Ik Mij met Mijn woorden naar de hele kring en naar allemaal terug: Op het moment van het karmisch gebeuren zijn jullie in nevelen, zijn jullie midden tussen de wolken en tasten blindelings om je heen. Juist dan sta Ik als je vriend, als je Broeder aan je zijde en reik Ik je Mijn beide handen.

Naar aanleiding van de scholing, die Ik jullie schenk, dienen jullie gedachten midden in de duisternis van de strijd aan Mij gericht zijn: ”Heer, help me, in deze mist, in dit noodweer, in deze muur van wolken het licht van de Liefde te herkennen en dit licht van Liefde ook te leven! Ik kan het op dit ogenblik niet, omdat mijn mens nog met de ziel worstelt. Maar met Jouw kracht en Jouw hulp herken ik mijn zwakheden van de mens en ben bereid, datgene, wat uit het verleden nog als binding in het heden doorwerkt, te ontbinden.”

Wanneer jullie je tot Mij wenden, dan reik Ik jullie Mijn hand en de wolkenmuur wijkt, de mist trekt op, de Geest werkt, en dat wat jullie losgelaten hebben, jullie bestaansangsten bijvoorbeeld, lossen zich op in het Licht.

Sprak Ik niet overeenkomstig: “Zie de leliën op de velden, hoe ze groeien: Ze doen geen moeite en toch zijn ze mooier gekleed als Salomo in al zijn pracht?” Indien jullie vertrouwen in God hebben, wanneer jullie hem liefhebben, dan zijn jullie vrij als de vogels in de lucht, die zaaien niet, en oogsten niet, ze verzamelen niet in schuren en worden toch door Hem gevoed.

Maar Ik kan jullie de verzekering geven: Wat je vrijwillig loslaat en helemaal in de wil van de Vader overgeeft, dat komt als genadegeschenk in een of andere vorm weer bij je terug.

Aan jullie is de overvloed! Jullie bidden: “Uw Rijk kome!” Het komt! Het is aan jullie, want de Vader wil de overvloed van heel de Schepping met jullie delen.Toch beperkt de mens zich en strijdt om het aardse hebben en houden! Hij vecht voor gezondheid, hij strijd met zichzelf en met de weerbarstigheden in zich. Helemaal alleen. Waarom? Omdat hij Mijn handen niet grijpt. Op het moment, waarop jullie Mijn handen, die naar jullie uitgestrekt zijn, grijpen, kan heel de hemelse Kracht naar jullie toestromen en jullie gaan door de examens van je Hogere Zelf heen en begrijpen tevens, hoe vaardig de (karmische) draden gelegd werden, opdat jullie deze kunnen doorsnijden.

Wanneer jullie midden in een probleem zitten, dan valt het zwaar, over de duisternis heen te springen. Later glimlachen jullie over jezelf, zijn jullie toch een Eenheid: Mens, ziel en Geest hier op deze aardse planeet. Al springt de mens nog zo op, al is hij nog zo woedend, er is een Wezen in hem, dat puurste Liefde is. Het is de zoon of dochter van de Vader. Hij of zij begrijpt alles, de liefde geen grenzen stellend, met vreugde vervuld, om te doen waartoe hij of zij is uitgegaan.

Besef, dat dit Lichtwezen, het stralende Godskind in jullie binnenste leeft. Zonder deze Oervonk uit God zou de mens niet kunnen bestaan. Deze Oervonk is het Leven, is het Licht, omdat deze Oervonk Een is met Mij, de Liefde en daarmee ook met God, de Vader. Deze Oervonk is jullie Hoger Zelf. Via dit Hoger Zelf stroomt uit de Eenheid met God ook de genezingskracht, het Woord, het Ik Ben, en alle andere geestelijke gaven. Dit Hoger Zelf heeft zich hier en daar vrijwillig de sluiers of mantels omgelegd, die jullie ziel vormt.

De ziel is het belaste Hoger Zelf. Beluister het woord “belaste”. Het Hoger Zelf is in hoogste trilling. Het moet belast worden, waardoor het zich naar beneden kan transformeren. Zo heb ook Ik Mij belast om op het aardse plan geboren te kunnen worden. Ook jullie hebben eens last op je genomen, of door de val of vrijwillig, dat laat Ik in het midden. Maar dit wil Ik jullie zeggen: Zoals jullie hier zijn, zijn jullie allen Lichtboodschappers en hebben jullie je JA gegeven aan het meehelpen van de omkeer van de gevallenen.

De schaduwen, de mantels om je Hoger Zelf, dat is dus je ziel. Al naar gelang de ziel zich bevrijd heeft, werkt het Hoger Zelf des te krachtiger door de ziel heen. Maar een deel van de belasting moet blijven, anders zou de ziel in het mensenkleed niet over de aardplaneet kunnen wandelen, het verlangen naar God zou veel te groot zijn. Daarom behoudt ze een deel van haar belasting.

Deze belasting straalt de mens uit, het zijn ongelijkmatigheden in het menselijk zijn, die niet kunnen worden afgelegd, anders zou de mens niet meer op aarde kunnen blijven. Een volkomen Kind van de Vader is in hoogste trilling, materie is laagste trilling. Een volkomen kind zou op aarde niet zichtbaar zijn. De belasting laat de Geest in de mens op deze aardplaneet leven.

Alle drie: Geest, ziel en mens, vormen een Eenheid. Het Hoger Zelf is op de hoogte van de weg van de ziel en de mens. Het weet, wat voor schaduw de ziel zich omgelegd heeft. Het weet, welke afgelegd kunnen worden en welke nog moeten blijven, opdat het aardse plan vervuld wordt. De ziel staat voortdurend in communicatie met het Hoger Zelf en probeert ook, de beleringen over de duisternis op de mens over te brengen, opdat de mens begrijpt, wat hier en daar zijn zwakheden zijn: Hier en daar liggen mijn bindingen, die nog op te lossen zijn, opdat mijn ziel vrij kan handelen.

Op deze bindingen ben Ik de laatste keer bijzonder ingegaan. Verwissel bindingen niet met de zieleomhulsels of zielemantels. Schaduwen, die dus het zielekleed beinvloeden, zijn aangenomen eigenschappen. Neem als voorbeeld een bruisend temperament, hoogmoed, gierigheid, en dergelijke. Zolang jullie over de aarde gaan, zul je zulke eigenschappen als schaduw dragen. Belangrijk voor jullie, dus voor de mens, is, dat hij deze schaduwen herkent en ze zover afbouwt, dat de ziel in haar werk voor het Licht niet gehinderd wordt.

Op dat moment, dat de mens zijn negatieve eigenschappen herkent, dus de schaduw van zijn ziel, kan hij met Mijn kracht, met Mijn hulp, en daarmee ook met zijn Hoger Zelf een deel van deze schaduwen oplossen.

Iets anders zijn bindingen. Bindingen zijn verstrikkingen uit vorige incarnaties en ook in dit leven. Deze bindingen dienen te worden vrijgemaakt. Het Hoger Zelf heeft overzicht over alle levens. Het weet precies, welke bindingen er bestaan en voert op bekwame wijze de bindingen bijeen.

Zij ontmoet niet toevallig je broeder of zuster op dit aardse plan, let op het woord “Plan”. Jullie hoger Zelf heeft je de weg voorgetekend. Niettemin hebben jullie de vrije wil om dit uitgestippelde plan te vervullen, bijvoorbeeld een binding vrij te maken of deze binding voort te laten bestaan.

Een ding staat vast: Wanneer de ziel de Terugkeer nastreeft, moeten alle bindingen worden vrijgemaakt. Het Hoger Zelf en de ziel weten dat. De mens herkent dat vaak niet, want de mens denkt aards, is in het hebben en willen bezitten met zijn verstand verstrikt en legt het verstand nog te weinig in zijn harteschaal en hartebeleven. Daardoor hebben de ziel en het Hoger Zelf niet de mogelijkheid om de mens te leiden. Richt de mens zich echter op Mij, Jezus Christus, de Liefde, dan effent zich de weg naar de ziel en naar het Hoger Zelf en het kan zijn, dat jullie dit Hoger Zelf lachend naast je ziet staat, wanneer de mens door moeilijkheden gaat en van woede beeft. Het Hoger Zelf lacht. De ziel echter, die niet vrij is, is treurig. De mens verstopt zich in woede en in toorn of ook in angsten.

Hier grijpt Mijn leer van de Liefde in. Ik leerde jullie eerder al de eenvoudige liefde voor iedere steen aan je voeten, de liefde voor het plantenrijk, voor het dierenrijk, de liefde tot de natuurwezens en ook de liefde voor jezelf en voor je medebroeders en zusters. Het zijn allemaal je broers en zusters! Vader en moeder zijn je broer en je zuster. Je partner is je broer of je zuster. Je kinderen zijn je broers en je zusters. Jullie binden, maar verbinden niet. Al jullie emoties zijn bindingen. Emoties zijn menselijke en karmische verknopingen.

Mens: in het moment van het gebeuren. Ziel: uit het verleden, dat naar de tegenwoordige tijd voert, want alles, wat in de tegenwoordige tijd gebeurt, heeft zijn oorzaak in het verleden. Ik heb jullie geleerd, het verleden in het licht van de Liefde, en symbolisch hebben jullie dat ook gedaan, op te laten gaan. Maar door jullie gedachten en in jullie gesprekken zie Ik, dat jullie je verleden nog niet aan de zuivere vlammen hebben afgegeven van Mijn en daarmee ook jullie Liefde, want jullie zijn uit Liefde geschapen.

Steeds weer komen emoties uit het verleden in de tegenwoordige tijd terug en bepalen je handelen, een handelen, dat niet door liefde gevormd is. Onderzoek jezelf en ken jezelf op een wijze manier! Nog een keer: Zeg JA tegen je eigen emoties, leef deze ook uit, maar beleef ze met Mij, grijp Mijn hand, en Mijn Liefde stroomt in je binnen. Effen de weg naar de Zoon, de Dochter van de Vader en door jullie Hoger Zelf stroomt de Alliefde in ziel en mens, waaruit je geboren bent. In de ziel maakt ze de verstrikkingen vrij, in de mens ebt de toorn en woede weg, verandert deze in het geven om zich te bevrijden.

Wat is materie? Naar beneden getransformeerde Liefde-energie. Liefde is vergankelijk. Alles, wat je in Liefde geeft, komt als Liefde bij je terug: niet dubbel, niet drievoudig, nee, duizendvoudig! Niet meteen, vaak heb je wat geduld nodig, omdat je Hoger Zelf je houding onderzoekt, en langzaamaan verandert de mens, maakt zijn bindingen vrij en jubelend bevrijdt zich de ziel, om kosmisch te dienen, om in de vervulling, en daarmee ook in de Volheid van de Geest te komen, om het JA-woord na te komen.

In dit stadium dient dan de mens de ziel. Nauwelijks zullen er nog emoties in hem opkomen, want het verleden is bereinigd. Alleen soms lichten nog schaduwen van negatieve eigenschappen op, waardoor de mens herkent, dat hij deemoedig over de aarde dient te gaan, dat hij als mens niet Godgelijkend is, maar dat zijn Hoger Zelf het is, dat lijkt op God, omdat het uit Hem geboren is. De mens is dan een met de ziel, wanneer de ziel vrij wordt en in de vervulling staat. Dan echter is ook de mens vrij. Hij kent geen angsten, geen zorgen meer, hij heeft geen problemen, want geloof, vertrouwen en het grootste, de LIEFDE, zijn in hem het fundament. Dit fundament is met Mij opgebouwd, door Mijn kracht ingehouden, de kracht die Liefde heet, die door Barmhartigheid gekroond wordt.

Voor deze ontwikkeling, die Ik voor jullie schetste, hebben jullie echter ook geduld met jezelf nodig, met de mens. Maar begrijp onder dit Geduld niet ”Het zal wel eens komen...!”

Er is ook inspanning vereist, moeite vereist, en dat jullie naar Mij de hand uitstrekken. Anders gezegd: Ja, Ik herhaal nog een keer, naar jullie mens. Neem hem aan, zoals deze nu is. Dus ook met alles, wat uit het verleden nog in de tegenwoordige tijd opkomt en maak dit verleden langzamerhand vrij met geduld en liefde.

Als Ik jullie steeds weer vraag om in de tegenwoordigheid, in het hier en nu te leven en daarmee rustend in jullie Gouden Midden, dan is dit verzoek tegelijk een doel, dat jullie steeds voor ogen dienen te hebben, tevens de lichte taakstelling en uitdaging van de leraar, waardoor de leerling niet stil blijft staan op de weg. De vervulling van deze vraag ligt echter binnen de vrije wil, die de Vader jullie geschonken heeft. Mijn vraag galmt door de kosmos. Het is de roep naar jullie. De roep op Geestelijk niveau, niet op het materiële. Deze geestelijke roep werkt manend op aards vlak in. De Geestelijke roep is naar de Zoon, naar de Dochter van de Vader, naar het Hoger Zelf gericht.

In een meditatie leid Ik jullie nu van het menselijk bewustzijn naar het zielebewustzijn en dan naar het Geestbewustzijn van de zoon, de dochter van de Vader. Volg Mij nu met je innerlijke gewaarwordingen: Alles, wat de mens bedrukt, of ziekte, zorgen, of problemen, bindingen, alles, wat je beschreven hebt, leg je nu in een Gouden Schaal, die imaginair in jullie midden staat: Ik ben het, die jullie deze Schaal aangereikt heeft als symbool, dat jullie met alles, wat binnen in jullie in het menselijk kleed beweegt, naar Mij kunnen komen.

Leg al jullie bindingen af, alle grenzen, die jullie jezelf gesteld hebben. Leg je menselijke geheel in deze Schaal! De mens is nu in zichzelf rustend, liggend in de zee van de oneindigheid. Zoals een zeepaardje rust in de zee, zo rust jij nu in de Liefde, in Mijn zee van oneindigheid, want de Liefde is niet meetbaar, ze is oneindig, grenzenloos. Jullie menselijk lichaam wordt door de vloed van de imaginaire zee omhuld, en de Liefde doorstroomt alle cellen van je lichaam. Alles, wat je ziek maakt, ligt in deze mens in de golven van de zee. Jij voelt je gedragen, geborgen.

Nu, O ziel, je ziet de stilte, de rust van het menselijke kleed. Je hebt al de toestanden uit het verleden op het menszijn geworpen, omdat in jou het verlangen naar vrijheid is ontbrand. In het witte gewaad ben jij in dit lichaam. Alleen hier en daar nog de vlekken van de vrijwillige belasting, al het andere is al aan de mens afgegeven.

Kom, O ziel! Zie de mens is geborgen in een zee van oneindigheid! Trek je kracht terug! Op de weg, op het punt, waar je eens in dit lichaam binnentrad, ga je nu weer eruit, totdat je weer vrij ten opzichte van dit aardse lichaam staat, dat jou hier op het aards plan als aards kleed dient. Trek je kracht uit de voeten, je onderbenen, je bovenbenen, uit jouw bekken, uit je bewustzijnscentrum van Orde, uit je bewustzijnscentrum van goddeleijke Wil, uit de Wijsheid, uit de Ernst!

Rustig slaat het menselijke hart in de adem van God, de levensonderhoudende Liefdekracht. Je trekt je terug uit het centrum van Geduld, uit dat van Liefde, en uit het centrum van Barmhartigheid. Via het achterhoofd heb je dit aardse kleed betreden, kom nu en reik Mij je hand, ontvouw je in jouw Zijn! Kom, Jij Mijn zuster, jij Mijn broeder! Kom! Zie, Ik voer je in de vrijheid, want in het zielegewaad wil je Mij helpen, om alle sferen, die niet in het zuiver geestelijke trillen, weer om te keren.aan, om mee te werken, waardoor het tijd/ruimte-gebeuren zal voleindigen, dat in de kringloop van Jouw Liefde alles weer een wordt, dat de vrije Wil alles doorschreden en ondervonden heeft, wat het te doorlopen en te beleven had en nu in gezamenlijkheid als de verloren Zoon terugkeert. Ik beloof, deze verloren Zoon op deze weg te hulp te komen, O Vader! Wees Je dit bewust!

Jullie staan in het Heiligdom. Ruimte en tijd zijn opgeheven. Voor jullie legt Vader-Oer, zegenend Zijn hand op het hoofd van het bereidwillige Kind, waarschuwt, wijst op de gevaren. Stralend, vol innerlijke kracht, antwoordt het Kind: “Vader, ik wil.” In deze vrijheid zegent de Vader Zijn zoon, Zijn dochter. Het Kind gaat uit de thuishaven, uit de gelukzaligheid in de diepte, naar het rijk van de duisternis, naar het rijk van lijden, van nood, van benauwdheden, van problemen, van pijnen en van de dood.

Stap voor stap doet het Kind bij het doorlopen van de afzonderlijke diepten, het ziele gewaad om. Nog is het in het zielekleed en overziet het het aardse Plan. Nog een keer kijkt het om. O ziel, weemoed is er nu in je. Je schijnt zo oneindig ver van het zuivere Licht te zijn, en toch is het Licht in je. Het zijn enkel de schaduwen van het gewaad om je heen, die je doen geloven, dat je jezelf van de Liefde hebt verwijderd, van de barmhartigheid, van de goedheid, jezelf hebt verwijderd uit het zuiver geestelijke Rijk en je staat nu op het punt, de laatste stap te voltrekken.

Hier is een Moeder, ze ligt in barensweeën. De ziel weet nu sinds geruime tijd, dat ze dit klein lichaampje binnen zal gaan. Ze weet over haar lot. Ze weet van haar opdracht. Opnieuw zegt ze JA en schenkt de Liefde, het leven aan haar kind. Op het moment van de geboorte ontvouwt zij zich, legt haar bewustzijn in handen van de Vader en betreedt het menselijke lichaam. Ze geeft zich ten volle prijs. Het kleine wezentje weent, huilt en drukt hiermee de gewaarwording, de weemoed van de ziel uit. Dan wordt het rustig, het lacht, en de gewaarwording van de ziel spiegelt terug “Ik heb Ja gezegd en ben bereid deze weg te gaan!”

Dit was jullie eerste incarnatie. Nog vaker hebben jullie deze stap voltrokken. Toch nu, O ziel, ben je zover gerijpt, de opdracht, waarvoor je eens JA zei, in zijn volheid te vervullen. Wat betekent dat, in de Volheid? Dat betekent, dat er niets ontbreekt. In de Volheid, in de Eenheid met allen, die hun JA woord gaven, sta je nu in deze opdracht.

Kijk nu terug, en raak nog lichtjes een kort moment het verleden in het huidige zijn aan, ook alles, wat je mens nog probeert op je te laden! Je straalt in de mens binnen, je staat voor hem. Nog is hij in de imaginaire zee van geborgenheid. Niet denkend, zich overgevend. Eenmaal uit de meditatie ontwaakt, gaat hij weer zijn eigen weg. O ziel, krachtig pulseert de Wil om het Jawoord in je te onderhouden, en draagt deze kracht nu op de mens over.

Je betreedt weer het aardse kleed, de mens, die jouw dienaar wil zijn. Uit de barmhartigheid straalt de eeuwige heilige Barmhartige God over jou, de Zoon of de Dochter, en verbindt zich met het bewustzijnscentrum, dat in de mens pulseert. De mens ervaart nu de trilling volgens de wijzers van het uurwerk. Hij kijkt om zich heen en begrijpt waar Barmhartigheid verlangd is - de Samaritaan in het zadel van een paard, hij die zijn mantel deelt, om de wonden van zijn gewonde medebroeder te verbinden, die met intense zorg, zich om hem bekommert, het zij jou als symbool, O mens.

De kracht van de Liefde uit de Vader over het zuivere Kind in je, o ziel, stroomt in het bewustzijnscentrum van de Liefde binnen, en geestelijk kijkt de mens om zich heen. Hij ziet, waar het aan Liefde ontbreekt, waar hij nog niet in staat is, puurste Liefde te zijn. Liefde pulseert, Liefde wil via de mens geleefd worden. En Liefde straalt ook nu via de menselijke kracht van het Hogere Zelf, dat Een is met God, tot alle mede broeders en zusters, die op jouw Liefde, O mens, hopen.

Geduld pulseert en vervult je met lankmoedigheid en kalmte. Deemoedig buig je, O mens, je hoofd en beseft, hoe de goddelijke kracht in je rust, in het zielegewaad, de zoon, de dochter van de Vader. Alle ongeduld wijkt. In deemoed buigt de mens! Hij herkent ook de Ernst en voelt zich bij zijn Naam geroepen.

O mens, besef, iedereen gaat door beproevingen van zijn hoger Zelf in de Ernst van deze tijd, waardoor de ziel kan binnentreden inde vervulling buiten het gebeuren van ruimte en tijd. Maak je, O mens, in alle ernst vrij van alle bindingen!

Schep uit de Wijsheid, die in je is, want alles is in je. De Vonk van God, het Erfdeel van de Vader aan Zijn Kind, kan niet helemaal gescheiden worden. Hij is Een! Het kind is een met de Vader. De vonk is een met het Licht van de Vader, is een met Mij, de Liefde. In het Geestelijke bestaat er geen scheiding. Zo is in jou de diepte van de Wijsheid en wacht erop, ontsloten te worden. O mens, je hebt verstand. Verbind dit verstand met je hartegevoelens, en je treedt in de wijsheid van je Schepper, je Vader.

Je herkent de Wil van je Hoger Zelf, die Een is met de Wil van de Vader, want ook hier is er geen scheiding en je lacht over jezelf, over je moeilijkheden. Je beseft, dat je op de trap van de Orde nog zo veel te overwinnen hebt. Vooral begrijp je, dat het de hoogste tijd is, alle bindingen vrij te maken.

Mens, zie, je bent met je ziel, met de Geest een Eenheid! Je maak een scheiding en gelooft, dat je alles bent. Toch zonder de ziel en de vonk van God in je, het Erfdeel uit Hem, kun je geen ademhaling doen. Mens, kijk om je heen! Wanneer je nu de Kracht in je voelt pulseren, Kracht van het Leven, kijk om je heen, en kijk naar de Schepping, en besef, dat alles van elkaar afhankelijk is!

Alles vormt een Eenheid, en alles werkt op elkaar in. Iedere ademhaling van je, o mens, werkt op je omgeving in. Ben je Licht in de duisternis, dan wordt ook duisternis Licht. Ben je Liefde tussen haat en woede, dan komt uit de haat, de woede, stap voor stap Liefde. Ben je angstig om je gezondheid, dan wandel in Mijn voetsporen, Neem alles aan, en reik vol vertrouwen Mij je hand, en je angsten wijken, O mens, omdat je jezelf geborgen voelt in Mij, en krachtig groeit het vertrouwen en het geloof. Heb je bestaansangsten, dan weet je, dat jij je aardse plichten moet vervullen, echter in deze vervulling ligt het woord volheid. Uit de volheid wil Ik jou, O mens, geven, zo jij je plichten nakomt en tot de vervulling JA zegt.

Let op je lichaam! Heb dit lief, zoals het je in de spiegel op je terugstraalt. Mijn geliefde broeders en zusters in het menselijke gewaad, ook Ik droeg dit gewaad. Bekijk het als een ere gewaad. Denk over Mijn woorden na. Krachtig pulseert Mijn Liefde, die in jullie diepste innerlijke ook de jouwe is, van jullie.

Mijn zegen is met jou. Nog een keer maak Ik een opmerking: Strek in je mensenstrijd je handen naar Mij uit, waardoor Ik ze kan grijpen.

Amen

 

 

Leseansicht
Voorwoord
1234567
891011121314
15161718192021
22232425262728
29303132333435
36373839404142
43444546474849
50515253545556
57585960616263
64656667686970
Tref-impulsnur Buchnur Treffen„Leg de scholing niet terzijde, want als U uit uw innerlijk de impuls opvangt, deze ter hand te nemen, sla het boek dan op een willekeuige pagina open, en het zal precies die pagina zijn, die U verder helpt, als U twijfelt, welke weg U dient te gaan.“(70. Schulung)
© 2024 Liebe-Licht-Kreis Jesu Christi DatenschutzerklärungImpressum
Liefde-Licht-Kring van Jezus Christus Weg naar eenheid, 55. Les
Tref-impuls