Jezus Christus: De Weg naar Eenheid via de Liefde

De liefde tot God
De weg naar mystieke Eenwording

Les 67

Ik, JEZUS CHRISTUS, sta met een glimlach midden in jullie kring. Mijn begrip voor jullie menselijke moeilijkheden stroomt naar jullie toe en Ik neem iedereen afzonderlijk nu geestelijk nog een keer bij de hand en zeg: “Kom, Mijn kind, overwin de resten van angst, van twijfel! Kort uitgedrukt: Overwin je mens-zijn, en maak met Mij nu, op dit ogenblik, de stap naar je geestelijk verlicht zijn. Kijk nu je in je licht, en je hebt je standpunt veranderd, nu ben je je bewust van je goddelijke oorsprong.”

Zo en nu laat Ik jou, Mijn vriend, Mijn zielebruid, weer los van Mijn hand. Sta nu zelfstandig! Zet nu bewust stap voor stap op de weg terug naar het Vaderhuis! Uit het licht kwam je, in het licht ben je, en naar het licht keer je terug, begin en einde in een kring verbonden.

Mijn geliefde bruid, jij bent eeuwig. Wat zoek je nog in je lichaam en tel je je klachten? Beperk je jezelf alleen tot dit lichamelijke, in plaats van het inzicht te winnen, dat je een zoon, een dochter van de Allerhoogste bent, uitgerust met alle kracht, om iedere toestand in het menselijke te veranderen. Kijk naar het symbool van de cirkel: Begin en einde (Alfa en Omega) zijn met elkaar verstrengeld. Jouw begin is tegelijk ook het einde van de weg en opnieuw weer het begin, omdat deze begrippen in het cirkel-symbool niet bestaan. Jij bent het Licht!

Beschouw alles vanuit het licht en je zult geen lade meer openen uit reeds lang vervlogen tijden, om daarin nog zaken te zoeken, die je allang hebt afgelegd. Je zult vrij en ongebonden je innerlijke pad vervolgen en erkent de uiterlijke voorschriften, beperkingen, als zijnde voor deze materiële wereld gegeven, en ontstijgt daardoor de jouw gestelde grenzen.

Besef, Mijn geliefde! Op hetzelfde moment, waarin je de aardse bepalingen erkent en aanneemt, bevrijd je jezelf van alle beperkingen, die zich aan jou op materieel niveau als spiegels tonen. Je overwint alle hindernissen, want hindernissen stapelen zich alleen daar op, waar men tegen ze aanrent, waar men deze niet wil accepteren. Op het moment, dat je de hindernis aanneemt, lost deze zich op en is er geen meer.

De wereld van de materie is voor jou enkel een spiegel. Ga je gedachteloos je weg, dan zul je jezelf overal stoten, Je ziet de boom niet, die voor je staat, en rent er met je hoofd tegenaan, je ziet de lantaarnpaal niet en stoot je ertegen. Ja, je ziet je medemensen niet en raast over hem heen, anders uitgedrukt, komt met hem in disharmonie.

Overal zijn er voor de slapenden grenzen. De ontwaakte Geestmens, en jij Mijn ziele bruid bent ontwaakt, slaat zijn ogen op en gaat met open visier zijn weg. Hij ziet de steen des aanstoots, ruimt hem behoedzaam op. Hij beseft in de boom, die in de weg staat, zijn vaste wortels, die nog machtig in de materie reiken. Daar de blik echter niet op de aarde is gericht, stoot hij zich niet aan de stevige wortels, maar kijkt langs de stam omhoog op naar de kruin, de hemel in en vormt zo de verbinding met het geestelijke.

Jij Mijn geliefde zielebruid, zult niet tegen de lichtgevende lantaarnpaal lopen en je aan hem stoten, maar je ziet in het lantaarnlicht de schaduwen die nog geworpen wordt, identificeert je niet meer met deze, maar je ben je jouw eigenschap als lichtdrager bewust en straalt in deze schaduwen, die zich in jou in het lantaarnlicht nog laten zien, het hogere Licht van de liefde, dat in je is, naar binnen.

Je spant je in voor een oprechte meditatie. O zie, meditatie is de verbinding van de Geest met de mens. Opnieuw sluit zich een kring. Deze kring is zonder begin en einde. Zo mag ook de meditatie van een gevorderde, van een Verlichte zijn. Jij, mijn zielebruid, daarmee bedoel Ik ieder van jullie, ook jullie, die deze woorden lezen, jij bent door Mijn kracht van liefde gegrepen en verlicht en nu is het tijd, dat zich jouw licht hier in het materiële Zijn zich tot een ware meditatie ontwikkelt.

Het bewustzijn is nog tussen het dagproces en het nachtbewustzijn verdeeld. Onbewust brengen jullie de nacht door, slechts hier en daar door dromen onderbroken, die jullie vanuit het dag-, het waakbewustzijn meenemen. Jullie zijn boodschappers van licht en geestelijk licht is er, dag en nacht. Ik, Jezus Christus, leid ieder in zijn innerlijk op zijn weg van meesterschap naar altijddurende meditatie, in een bewustzijn, dat door niets wordt onderbroken, zelfs niet door de aardse nacht.

Nu, aan het begin van deze meditatieve weg, hebben jullie de nacht nog nodig, die in barmhartigheid alles toedekt, wat de dag je aan extra moeilijkheid bracht. Hoe verder je echter op de weg naar het meesterschap vordering maakt, des te minder wordt ook de onbewuste aardse tijdsruimte. Jullie hebben het verwerken van het dagelijkse gebeuren middels de slaap niet meer nodig, omdat niets meer in jullie trilt, wat tot een gevoelsblokkade zou kunnen leiden, die s´nachts uitgewerkt moet worden. Nog luisteren jullie naar Mijn Woorden en denkt daarbij: “ Ach Heer, hoe kan ik zover komen, dat alles in vervulling gaat, wat Jij ons in het verleden en ook vandaag leert, dat ieder woord, dat Jij sprak zich in geleefde daad verwezenlijkt?”

O zie, Mijn vrienden, dit is een proces, dat in jullie en wel in ieder afzonderlijk, onafhankelijk van anderen, op een gegeven moment geschiedt. De een leert op het ene niveau. De andere op een andere. En toch wandelen jullie gezamenlijk, ook wanneer jullie weg zich zal scheiden, totdat jullie allen uit je bewusteloosheid, die jullie s´nachts en ook vaak nog overdag omgeeft, ontwaakt zijn en beseffen, dat jullie allemaal op het niveau van het bewustzijn gezamenlijk wandelen, jullie elkaar de hand reiken, de hand ook naar de anderen uitstrekken, vanuit de gemeenschap ze allemaal wilt helpen.

Jullie zien in dit bewustzijn het fijne netwerk van liefde, waardoor jullie met al het Zijn verbonden zijn, daarboven waar de stromen van deze liefde bewegen. In deze toestand van het volle bewustzijn herkennen jullie ook de wonderbaarlijke Eenheid in de Schepping. Jullie zien dan echter ook de gevolgen, die nu nog uit de barmhartigheid afgedekt zijn, de gevolgen van je ervaringen, je denken, je handelen. Jullie zien, hoe de geringste gedachte zich machtig uitbreidt en werkt, zoals in het bekende voorbeeld, dat de vleugelslag van een vlinder een wervelstorm kan veroorzaken. Jullie zien zo de macht van je gedachtenkracht.

Mijn vrienden, zo zeg Ik tot jullie met volle humor, wees blij, dat jullie nu de gevolgen van je handelen nog niet zien. Daarmee kom Ik over het aspect van de armhartigheid te spreken, dat Ik de laatste keer al aangekondigd heb.: Uit barmhartigheid is jullie voelen, denken en handelen afgedekt, tot jullie Geest weer vol in jullie is ontwaakt.

De liefde van de Vader liet de vrije wilsdaden gebeuren. De liefde schonk het kindvolk de vrijheid. Zou deze liefde nog niet door de Barmhartigheid van de Vader gekroond zijn, dan zou het valgebeuren niet tot een einde kunnen komen. De barmhartigheid is de genade, is de uitgestrekte hand van de Vader naar Zijn kind. Nadat het kind de duistere nachten doorschreden heeft, keert het schuchter om en ziet in de zwarte nacht de oneindig lange weg naar de terugkeer, naar huis. Toch in deze omkeer reikt de Vader bereidwillig Zijn kind de hand en genade na genade stroomt het kind toe, waarmee het de terugweg moedig inslaat.

De barmhartigheid scheidt ook jullie afzonderlijke incarnaties. Ze bedekt de incarnaties met de mantel van de vergetelheid, want zou het wezen in het mensenkleed al de daden kunnen overzien, die het ooit verricht heeft, dan kon zij met dit bewustzijn niet meer leven. Zo dekt de Vader – Moeder – Geest, uit zijn moederlijk principe iedere incarnatie af met de mantel van de vergetelheid. Ja, wanneer de ziel aanstalten maakt, om deze aarde te verlaten, zal het licht van de barmhartigheid, genade in de ziel instralen, en in het licht van de genade ziet de ziel de afloop van dit leven. Broeders en zusters uit het aardse leven ouders, groot ouders, die jullie in de andere levels vooruit zijn gegaan, reiken jullie de hand.

De Vaderlijke – Moederlijke barmhartigheid hebben ze gezonden, om de broeders en zusters in de zielegebieden de eerste stap te doen verlichten en ze in de Eeuwigheid te begeleiden, waar ze ook vandaan kwam.

De korte periode in ruimte en tijd, een aards-leven noemen jullie dat, is je uit barmhartigheid gegeven. De tijd, die in de materie verstrijkt, is jullie vanuit de barmhartigheid gegeven, want alleen gedurende een bepaalde tijd laat de mantel het vergeten afdekken. Zijn jullie weer het tijdloze, het volledig bewuste kind van de Vader, de zoon de dochter, dan zijn jullie ook alle incarnaties weer bewust, maar dan zien jullie dit in het genadelicht en in de vervulling van de thuiskomst, ook in de vervulling van je eens gegeven JA.

Mijn geliefde schare, zo is ook de nacht, die jullie dag begrenst, een geschenk uit barmhartigheid, want iedere dag kunnen jullie opnieuw beginnen, zoals jullie ieder leven nieuw mogen beginnen. Blijf echter niet bij de barmhartigheid staan, maar kijk nu in deze wereld van de materiële verschijning. De liefde, Mijn vrienden, is de inzichtweg van de kinderen, de wet van oorzaak en gevolg. Jullie herkennen overal op deze aarde, de ooit gezette oorzaken, jullie herkennen ze aan de uitwerking.

Een deel van de oorzaken lezen jullie in de notities van jullie geschiedenisboeken. Over de meeste oorzaken is eveneens de mantel van barmhartigheid gelegd. De liefde toont in de uitwerkingen de ooit verrichte oorzaken aan. Daar echter in de uitwerkingen de barmhartigheid van de Vaderlijk/Moederlijke Geest werkt, zijn deze door de genade niet zo duidelijk weergegeven en houden de werkelijke oorzaken maar voor een fractie aan. De uitwerkingen zijn door de genade verzacht.

Zou het kindvolk alle oorzaken moeten dragen, dan was er geen menselijk leven meer op aarde, waaraan niet zware gebreken waren aan te wijzen, want geen van de zielen was anders meer in staat zich een menselijk leven naar volkomenheid te vormen.

Voordat de ziel als geïncarneerd kind op deze aarde komt, heeft ze dus haar lichaam gevormd. Toch zou de zielenkracht niet toereikend zijn, zo beklemtoon Ik, als de barmhartigheid van de Vader/Moeder-Geest in en uit de genade niet zoud meehelpen.

Toch zien jullie hier en daar lichamelijke gebreken en Ik zie jullie vraag: “Heeft hier de genade van de barmhartigheid niet ingegrepen.?” Ik zeg jullie, dat de barmhartigheid alleen beperkt mag ingrijpen, een deel dient tot inzicht en moet hiervoor dienen, waardoor het kind aan de uitwerkingen herkent, welke schuld ze op zich heeft geladen. Bega nu niet de fout en zeg: Allen die lichamelijk beperkt zijn, hebben schuld op zich geladen, zodat ze nu de schuld afdragen.

Met zulke gedachten hebben jullie het pad van de liefde en barmhartigheid verlaten. Er bestaan vanuit de geestelijke Wet nog andere mogelijkheden en wel vanuit de Wet van de barmhartigheid, vanuit de genade, een lichamelijke handicap aan te nemen, om een zusterziel, een broederziel de impuls te geven, ook om te keren.

Voorbeeld: Zolang een mens op de materie blijft gericht, heeft hij zich met alle machten van de materie verbonden en het kan hem, zoals jullie zeggen, het geluk van deze aarde deel zijn. Hij is rijk, heeft geen zorgen, gelijkertijd heeft hij geen verstand van pijn, van lijden en oordeelt en veroordeelt iedereen, die pijn lijdt en over allen, die arm zijn, enzovoort.

Om een ziel te tonen, dat materie door aardse machten geregeerd wordt, Geest echter door hemelse, neemt een bepaalde ziel vrijwillig een beperking aan en doet haar intrede als kind, bijvoorbeeld bij een echtpaar, dat de rijkdom van deze aarde geniet. Daar het echtpaar zich op de materie heeft gericht, kan enkel door een zulk “lot”, zoals jullie het noemen, het gezichtspunt naar de Geest toe veranderd worden. Alle schatten van deze aarde zouden de ouders offeren om hun kind van deze handicap te verlossen. Op hetzelfde moment groeit echter ook het begrip voor alle anderen, die met een beperking over deze aarde gaan. Een wezensdeel wordt bij dit echtpaar bewogen, dat tot heden helemaal verborgen was, namelijk de geestelijke wezensdelen, het gewaarworden, het meevoelen, het leed van andere mensen zien en niet langer hierover spotten.

Mijn vrienden, nu bestaan er naast lichamelijke gebreken ook nog medemensen, die op zielegebied gebreken hebben. Begrijp, Ik bedoel hiermee niet alleen geestelijk zieken, maar Ik bedoel al je medebroeders en zusters, die over aardse wetten gestruikeld zijn en die jullie achter gevangenismuren veilig opbergen. De verlichte, de werkelijke wijze, maakt geen onderscheid tussen lichamelijke- en zielegebreken. Hij weet, dat hij vanuit de barmhartigheid voor beiden een open hart heeft. Hij weet, dat ieder oordeel, dat hij zal vellen, op hem zelf zal terugvallen, daar het oordeel de eigen veroordeling inhoudt. De werkelijke wijze beseft, dat ieder door hem gesproken oordeel een zijde in zijn ziel in beweging brengt, die een vroeger geplaatste oorzaak in hem zelf spiegelt.

Zo heeft de ware wijze begrip voor iedere dag, al is deze in jullie ogen nog zo afschuwelijk. Hij herkent in iedere medebroeder/zuster de zuiver-geestelijke oerkracht van de zoon, de dochter van de Vader, die zich alleen in ruimte en tijd door de gebeurtenissen in deze beperkt. De oerkracht is omhuld met menselijkheid, zodat de Geest in zijn zuiverheid de duisternis van deze omhulling nog nauwelijks kan doordringen. De wijze bevestigt echter deze oerkracht en geeft hem al zijn liefde en doorstraalt daarmee deze omhulling en helpt de gestruikelde weer op te staan.

Mijn geliefden, barmhartigheid is de kroon van de Schepping. De val ontstond op de zesde scheppingsdag, de dag van de liefde, de dag van de vrijheid voor het kindvolk. Waarbij het begrip dag niet op de aardse wijze is op te vatten, maar in de Geest is dit een toestand, zo ook de dag van barmhartigheid, die nu volgt. Het is de toestand van thuisgekomen zijn, het weer ontwaakt-zijn, de toestand van inzicht, dat in werkelijkheid geen kind van de Vader Zijn hart verliet en toch is het doorlopen van de donkerste nacht in alle Geestwezens voor altijd alomtegenwoordig.

De Barmhartigheid gaat vergezeld met de Ernst, zo sprak en herhaal Ik. Het centrum van de Ernst is het Christusbewustzijn, is de geleefde daad in en uit Mijn Geest, en deze geleefde daad moet ook door jullie door barmhartigheid worden gekroond.

Om de diepgang van het bewustzijn van barmhartigheid te begrijpen heeft het verdieping in deze nodig. Het zal nog enige tijd duren, tot jullie de wijdte, de geestelijke grootte van de Barmhartigheid in zijn volheid kunnen begrijpen. Want hierin spiegelen de verdere goddelijk-moederlijke eigenschappen, namelijk van Liefde, van Geduld, en tevens de eigenschappen van de Orde, Wil, Wijsheid en Ernst. Overal in al het Zijn van de Schepping, in het materiële of in de geestelijke, dat jullie nog zullen doorschrijden, ontmoeten jullie de Barmhartigheid.

Ik leid jullie nu in een meditatie, terwijl de Ik jullie centrum van de Barmhartigheid aanspreek en jullie Ik het diepere inzicht hiervoor dichterbij breng:

Jullie ondergaan nu opnieuw de levenskracht tot in jullie teentoppen. Verplaats je in het pulseren in je voetzolen, en zie hoe de stralen van de Liefde, zoals in een vonkenschietend vuurwerk, jullie voeten verlaten! Deze stralen doordringen de aarde, ze verbinden zich met de ziel van moeder-Aarde. Vanuit de Barmhartigheid dient zij ook jullie. Zou deze planeet zijn baan niet om de zon trekken, dan zou hij niet om zichzelf heen draaien. Dan zou voor jullie een leven over een bepaalde tijd niet mogelijk zijn.

Zo is jullie deze planeet vanuit Barmhartigheid geschonken. Uit de Barmhartigheid dient moeder-Aarde jullie, opdat jullie voor een tijd inzichten verzamelen, om na deze tijdspanne weer in de geestelijke wereld terug te keren en met het besef te werken, om zonodig opnieuw op de aarde te komen, tot een vernieuwd bezoek, om het niet onder de knie gekregene deze keer te verwerken. Dag en nacht, een leven na het andere, is jullie uit Barmhartigheid geschonken.

Kijk nu in de natuur, Mijn vrienden, ook hier ontmoeten jullie de barmhartigheid. In de winter dekt de sneeuw barmhartig al het vergane af. Onder deze mantel van de barmhartigheid, onder deze warmte ontwaakt nieuw leven. Voor jullie een symbool, spruit uit elke loot weer nieuw leven omhoog, wordt een halm, een bloem, van een kiem tot een struik, tot een boom.

Voordat dus nieuw leven kan groeien, werkt altijd de barmhartigheid. En zie, een boom blijft ook niet van even groot. Ieder jaar komen er nieuwe scheuten bij en hij groeit en groeit. Zo groeien jullie ook. Tussendoor spreiden de Vader/Moeder-Geest de mantel van barmhartigheid over je heen, opdat jullie weer ontwaken en vol vreugde in de nieuwe dag, in het nieuwe leven, kunnen binnengroeien met nieuwe scheuten nieuwe grootte kunnen bereiken, tot eens de cikel weer rond is, je haar weer bij het begin teruggevonden hebt, tot je oorsprong, tot je oerkracht, tot de zoon, dochter van de eeuwig heilige Vader/Moeder-Geest.

Verlaat nu het aardse niveau! Begeef je omhoog via het centrum van de Orde, naar dat van de goddelijke Wil! Word in jezelf de schaal van de goddelijke Wijsheid gewaar, bereid om te ontvangen! Mijn heilige Ernst doorziet jullie, heeft jullie allen begrepen, de deemoed heeft jullie beproefd, en jullie hebben geduld geleerd. De liefde en het verlangen naar je Oorsprong is in jullie zo machtig geworden, dat beiden steeds meer je dagelijks gebeuren beheersen.

Nu kroon Ik jullie met de Barmhartigheid. Wordt je de adem van de geestelijke kroon op jullie hoofd gewaar... Met de kracht van de Barmhartigheid is de goddelijke mens in jullie ten volle ontwaakt, de verbinding met jullie hoger Zelf hersteld, de verbinding met de zoon, met de dochter van de eeuwig heilige Vader/Moeder-Geest. Als deze zoon, als deze dochter schrijden jullie voortaan door je aardse bestaan, ook door de tegen-werelden, want jullie geestelijke Zijn is onbegrensd.

Laat ons daarom gemeenschappelijk een uitstapje maken. De tegen-werelden zijn niet ergens in het wereldruim, neen, ze zijn toestanden, die in elkaar overgaan, waarbij de hogere toestand de lagere overstraalt. Vanuit de lagere staat van jullie menszijn is het echter moeilijk in een hogere te geraken. Daarbij komt ook nog het onvermogen, jullie met je geestelijke lichaam, met je zielebewustzijn, van het lichaam los te maken.

Maar, Mijn vrienden, dit verloop gebeurt nooit door willen, het is eveneens een staat van het bewustzijn. Wanneer je deze staat bereikt hebt, dan leef je in de sfeer van de materiële en tegelijk in de volgende bewustzijnstrap. Het heeft enkel je mede-gevoelen nodig, jullie barmhartigheid en jullie zijn midden in de astrale gebieden.

Jullie trekken, verenigd met Mij, in Mijn bescherming, over de straten van deze wereld en zien tevens al de zielen, die zich nog aan materie gebonden hebben. Jullie zien, hoe zielen proberen over andere zielen macht uit te oefenen. Aangezien in de astrale gebieden iedere gedachte, ja al het gevoel, open ligt, is deze machtsuitoefening verbonden met strijd, want geen een wil de macht aan de ander overlaten. Deze strijd strekt zich ook verder uit naar de levende mensen. Daarginds proberen hele horden zielen via een mens hun machtswellust uit te leven. Een ontwaakte trekt, vrij van angst, door deze gebieden en is niet alleen door liefde voor alle broeders en zusters vervuld, maar ook door barmhartigheid.

Zo staan we nu midden in een gebied, waar oorlog wordt gevoerd. Jullie zien de met haat vervulde harten van levende mensen. Daarginds slapen ze, in het uiterlijke. Maar ook in de slaap staan ze in de strijd tegenover elkaar, ziel tegenover ziel, en richten hun door gedachten kracht geschapen wapens op elkaar.

Mijn vrienden, werk mee en uit Mijn kracht van de liefde en barmhartigheid! We treden midden tussen zulke strijdende zielen. Een woedende kring sluit zich om ons heen, de wapens richten ze op ons, want wij zijn van een andere soort. Niet donker, maar licht. Volg nu mijn Woorden met jullie gewaarwordingen, en leert daarbij, de barmhartigheid in de liefde te begrijpen!

“Mijn vrienden, vrede zij met jullie! Wanneer jullie willen strijden, sla dan ons. Geweren, kanonnen kunnen ons niet treffen. Verhef je hand en probeer van deze agressie naar ons af te komen! Zie, we buigen ons voor jullie in deemoed, om jullie ondanks jullie woede welkom te heten! Wanneer jullie moeten slaan, dan sla! Jullie vuisten zijn opgeheven. Jullie kunnen niet slaan? Vraag ons, waarom? Wat hindert jullie, je opgeheven hand te laten zakken? Zie, het is het Licht, het Licht, dat ook in jullie straalt!

Jullie bestrijden elkaar wederzijds met wapens van deze wereld en dragen wapens in de handen, die voor ons tot stof vergaan. Wapens, die, zoals jullie beseffen, jullie zielelichaam niet kunnen treffen. De verwondingen, die jullie anderen denken aan te doen, bestaan op deze level van het Zijn niet. Ontwaken jullie echter uit de slaap en zijn jullie weer in het menselijke bewustzijn, dan hebben deze wapens weer macht, vernietigen lichamen. Maar zoals jullie ons niet kunnen slaan, kunnen jullie ook het lichaam, dat binnen in je medebroeder/zuster is, niet raken.

Mijn vrienden, we hebben jullie de vrede overgebracht. Met de gedachten van de vrede kunnen jullie in het mensenlichaam ontwaken, erken, datje een zinloze strijd vecht. Zo zinloos als hoe jullie als zielen op elkaar inslaan en begrepen hebben, dat jullie elkaar niet kunnen beschadigen, precies zo zinloos is ook de strijd in het materiële zijn, want jullie ware wezen in jullie wordt door geen slag getroffen.

Jullie kijken verlegen naar de grond. Ik noem jullie vrienden, jullie weten niet, wie we zijn. Wij zijn vrienden en we begeleiden jullie in gedachten ook in het bewustzijn aan de andere kant van de slaap. Wij komen uit de barmhartigheid en laten een straal van hetzelfde in de slapende mens, opdat hij zich zijn droom herinnert en met de ogen van de droom, waarin we jullie beschijnen, in het weer ontwaakte menselijke bewustzijn treed. Vrede zij met jullie en met allen om jullie heen!”

We verlaten het slagveld. De barmhartigheid, Mijn geliefde schare, is open voor de leniging van ieder lijden. Laat jezelf de komende veertien dagen zakken - daarboven uit in jullie gezamenlijke Zijn – in de straal van barmhartigheid, om deze volledig te begrijpen! De barmhartigheid buigt zich geestelijk naar alle noodlijdenden. Ze streelt over de wonden, ze troost de wenenden, de zieken, de lijdenden.

Jullie kunnen dit allemaal tegelijk met jullie zielebewustzijn in het dagelijks gebeuren leven, want de Geest kent geen grenzen, en hij werkt overal op dezelfde tijd. Geest is ook met alles verbonden. Via de stroom van liefde, het netwerk van liefde, werkt Geest barmhartig.

Zonen en dochters van het licht, wordt je de barmhartigheid binnen in jezelf gewaar, en leef de bekroning hierdoor! Mijn zegen is met jullie! Keer terug in je lichaam en ga de weg van vervulling, verenigd met Mijn Geest, de liefde, gekroond door de barmhartigheid.

Amen

 

 

Leseansicht
Voorwoord
1234567
891011121314
15161718192021
22232425262728
29303132333435
36373839404142
43444546474849
50515253545556
57585960616263
64656667686970
Tref-impulsnur Buchnur Treffen„Leg de scholing niet terzijde, want als U uit uw innerlijk de impuls opvangt, deze ter hand te nemen, sla het boek dan op een willekeuige pagina open, en het zal precies die pagina zijn, die U verder helpt, als U twijfelt, welke weg U dient te gaan.“(70. Schulung)
© 2024 Liebe-Licht-Kreis Jesu Christi DatenschutzerklärungImpressum