Jezus Christus: De Weg naar Eenheid via de Liefde

De liefde tot God
De weg naar mystieke Eenwording

Les 57

De mantel van Mijn Liefde is beschermend om jullie heen gelegd, goedheid en barmhartigheid werken in je omgeving. Jullie zijn door Mij, JEZUS CHRISTUS, zacht geleid en toch vrij naar de eeuwige heilige Wet van het kindschap, vrij, de leiding aan te nemen of je weg in de vrijheid van dit aardse bestaan in ruimte en tijd, het valgebeuren, te doorlopen.

Mijn leiding is Een met jullie hogere Zelf, is Een met God. Uit deze Eenheid hebben jullie je gedachten gezonden, want niets anders is deze trektocht door dit tijd/ruimte- proces, jullie plaats is in het hart van de Vader. Enkel in jullie gedachten, die Scheppingsgedachten zijn, trekken jullie door de diepten van dit zijn, want vol macht en kracht zijn deze gedachten van een zoon, een dochter van de Vader. De gedachten, uit de intelligentie van God geboren, is de Vaderlijke kracht, die iedereen als erfdeel werd meegegeven.

Met je gedachten scheppen jullie uit de intelligentie van God en zijn daarom ook medescheppers. Deze gedachten worden door de Moederlijke kracht tot leven opgewekt, geboren en in de daad van de liefde, die Ik Ben, voleindigd. Al het zichtbare en onzichtbare is daad, is schepping, is de liefde, ben Ik, de Zoon. Ook jullie hebben tevens aandeel in dit Zoonschap, Dochterschap.

Nogmaals: Jullie gedachten als Zoon, Dochter van God, zijn vol macht en vol kracht. Maar waar is de kracht in de mensen? Wat is dus de kracht in jullie als erfgenaam? Het zijn opnieuw weer gedachten, die gedacht zijn in jullie hersenen, de hoogste energie terug getransformeerd op deze materiële sfeer. De Zoon of de Dochter denkt en de mens voltrekt zijn baan in de kringloop van wedergeboorte, totdat de gedachten van de Zoon, de Dochter terugkeren naar de oorsprong, naar het hart van de Vader. Dan maakt de mens zich vrij van het rad van wedergeboorte en gaat zijn ware goddelijke Zijn naar binnen.

De kracht in de mens, die via de gedachten stromen, is dus scheppingskracht, alleen getransformeerd. Komen jullie echter door de liefde en de omzetting in je dagelijkse leven weer terug naar je Zoon/Dochterschap, dan wordt deze scheppingsenergie steeds machtiger in je en keert terug naar de Oorsprong, vanwaaruit deze kracht schept en voortbrengt in alle eeuwigheid.

Maar ook nu al, in het menselijke zijn, brengen jullie voort en scheppen in onvoorstelbare hoeveelheden. Jullie zijn je deze kracht nog niet bewust, maar langzaamaan worden jullie met je scheppingskrachten geconfronteerd: Het zijn jullie eigen scheppingen, die jullie dagelijks tegenkomen als vermeende beproevingen op je weg. Angsten zijn scheppingen van negatieve aard. Vreugde, liefde zijn scheppingen van positieve aard. Het lichtvolle overstraalt de duisternis, maar ook de duisternis horen jullie je steeds bewust te worden. Daarom die strijd met de duistere machten. Het is het worstelen met jezelf. Pas, als jullie de duisternis in jezelf overwonnen hebben, heb je ook de angst overwonnen, zijn jullie tot ware Lichtbrengers geworden.

Jullie spraken, door Mij aangespoord, over de trappen van de inwijding in de vier Elementen, waarmee jullie in en door de Liefde Een behoren te worden, om de vrijheid van een Zoon, een Dochter van de Vader te krijgen. Geduld, Liefde en Barmhartigheid zijn de kind-eigenschappen, die jullie door beheersing van de vier elementen horen in te brengen, anders hebben jullie ze niet in Liefde, Geduld en bekroont door Barmhartigheid met inspanning verworven.

Ik sprak erover, dat jullie -onder dwang- de elementen in ieder geval wel onderdaan maken, maar alleen op de juiste manier in ruimte en tijd. Ze komen in dit gebeuren weer naar je terug, omdat je de elementen met geweld aan je gebonden hebt en ze je weer opnieuw in de materiële sferen trekken. Alleen door de Liefde wordt je werkelijk Een met de aarde, met het water, met de lucht en met het vuur. Hierbij is de volgorde niet van belang, maar vaak is het Vuurprobleem het zwaarste. De angst voor de aarde, voor de lichamelijke dood, hebben jullie in vorige incarnaties al vaak overwonnen, zodat deze voor je op de huidige weg geen angst meer inboezemt. Maar Vuur, Water, Lucht zijn elementen, machten, waardoor de mens zich klein voelt en deze alsnog moet leren bedwingen.

De dood hebben jullie overwonnen, niet alleen een keer, maar vele malen. De aarde nam je lichaam op en de ziel vibreerde omhoog naar het licht. Maar het water heeft ook aspecten van lucht in zich. De watergeesten slaan zich bruisend over je heen, in het materiële belichaamd in golven: Staan jullie tegenover hen zonder angst? De bliksem of het vuur, machtig oplaaiend of vanuit de hemel neerflitsend, vurige geesten, die naar je grijpen, die je willen binden aan dit zijn hier in het materiële.

Zijn in jullie, ook uit vorige incarnaties, niet nog wensen om het vuur te beheersen, de watergeesten onderdaan aan je te maken en de luchtgeesten als knechten te onderwerpen? Besef goed, Mijn getrouwe schare, dat deze drie beproevingen nauw met elkaar verweven zijn en deze niet alleen uit het aspect van materie te beschouwen zijn! Alles heeft ook zijn invloed op het geestelijke vlak.

Ik sprak over bindingen, die de ziel hoort los te laten. Angst voor de elementen hangt steeds samen met overtredingen daartegen. Dus niet zoals je gelooft, dat je in een vorig leven verdronken of verbrand bent, roept in je onmacht en paniek op, angst, die je niet beheerst, maar het zijn de geestelijke krachten, die met deze elementen samengaan.

Een kind van God, zoon, dochter, heeft scheppingskrachten in zich, zoals Ik al zei. Daalt echter deze zoon, dochter in de diepte, via zijn gedachtenkracht, dan verbindt het kind van God zich met de elementen, die in deze schijnwereld regeren. Deze verbinding moet er zijn, anders kan het kind niet over de aarde gaan. Pas als het de vier elementen aanneemt, kan een lichaam voor de ïncarnerende ziel ontstaan. De ziel doet het lichaam ontstaan.

Als een kind van God voor de eerste keer op aarde incarneert, dan is de liefde nog levendig en ze gaat door deze schijnwereld in eenheid met de elementen. Deze eenheid schenkt het kind tevens kracht en ze merkt vol verbazing in haar mens-zijn, dat de natuurmachten bij de mens horen. En nu ontstaat de Val: Het goddelijke kind verduistert zich in het menselijke kleed, omdat de mens tijdens het valgebeuren geweld heeft aangewend. Ze verlaat het pad van deemoed, vraagt niet meer aan de watergeesten, aan de vuurgeesten, en aan de luchtgeesten en de aardegeesten, maar het dwingt hen en daarmee bindt het zich aan deze machten!

De binding aan de vier elementen, vuur, water, lucht en aarde is in de loop van de incarnaties bij velen nog versterkt, bij anderen al vrijgemaakt. Je kunt aan je angsten zien, waar nog verlossing nodig is. Observeer jezelf en je weet, waaraan je nog hoort te werken!

De kracht in de mens heeft scheppingsmacht. Gebruik deze scheppingsmacht uitsluitend in deemoedige liefde, die in deze macht dienend werkt! Jullie zien opnieuw de schijnbare tegenstrijdigheden in Mijn Woorden, maar jullie begrijpen nu de betekenis. Want wie zich voor de machten buigt en in deemoed de scheppingskracht gebruikt, die dient in Eenheid met hen, niet alleen in deze schijnwereld, maar in het eigenlijke Zijn, de oereeuwige, boven ruimte en tijd.

Begrijp Mij, jullie zijn niet ver af van Godvader. Jullie rusten in Zijn hart, alleen met je gedachten doorloop je tijd/ruimte. Jullie zijn tegelijk op alle gebieden van het huidige aardse pad. Jullie inzicht werkt simultaan en je bewustzijnsgraad wordt in al je leerprocessen verhoogd, zonder dat de plaats in het Vaderhart verandert.

Opdat jullie Mijn Woorden beter begrijpen, leid Ik jullie opnieuw in een meditatie:

Ontspannen geeft de mens zich over aan de Geest, die Ik in jullie ben. De cellen van je lichaam vibreren in het “Ik ben de Liefde, het Leven”, in iedere cel. Al jullie lichaamscellen ademen levenskracht. Verkrampingen lossen op in deze liefde, die tegelijk leven is, want niets is er nog op dit moment, waaraan de mens zich nog krampachtig vastklampt. Vrij en verlost geeft hij zich over aan de trillingen van de woorden, die in zijn oren klinken, alsof hij een melodie uit een andere wereld hoort. Een melodie, die hem omhoog verheft, binnen in het leven, in de liefde, in de Eenheid.

In dit Licht wordt het menselijk lichaam licht gewichtsloos. Onderga dit in je lichaam, binnen in iedere cel! Ervaar de vibratie van de liefdekracht! Een stroom verplaatst zich binnen in je via de Orde naar de Wil, naar de Wijsheid, naar de Ernst, naar het Geduld, naar de Liefde en Barmhartigheid, de geestelijke Centra, waar de goddelijke kracht doorheen stroomt en waarmee jullie met je oereigen Erfdeel verbonden zijn. Dit Erfdeel is het, dat in jullie de melodie opwekt, omhoog stijgt, Een wordend met de lichtheid van de lucht.

Onderga hoe de zwaarte uit je voeten zakt, hoe deze licht en vrij wordt, hoe de zwaarte uit je onder- en bovenbenen trekt! Niets bind je. De zwaarte trekt uit je handen, uit je armen, uit het onder- en bovenlichaam. Licht en vrij zijn ook je gedachten in je hoofd.

In deze gewaarwordingen van lichtheid begeven jullie je in de Geest naar de oever van de zee, een zee, die in oneindigheid boven alle sferen heen reikt. Water rolt over het zand tot aan je voeten, bevochtigt je tenen. Jullie buigen deemoedig je hoofd: “O jullie watergeesten, ik groet jullie en zegen jullie in de naam van de Alvader, de Algeest. Als ik jullie ooit tot mijn diensten heb gedwongen, dan leg ik nu de macht in jullie golven neer. Ik ben Een met jullie, Een met jullie druppels en met de hele zee, Een met alle geesten van alle sferen, die het water, de goddelijke Wil, symboliseren en ook uit de goddelijke Wil geschapen worden, om alle wateren te besturen.”

Nu wandelen jullie met lichte voeten in en door dit water, in de golven. Een hoge golf rolt naar je toe. Ze richt zich tot voor je op en een vraag buldert, in het bruisen van deze golf, in je oren: Ben je gewillig, in liefde te dienen, ook als ik je verslind? Ben je gewillig, je aan mij te onderwerpen?” Opnieuw buig je en antwoordt: “ Het kome volgens de wil van God” De golf slingert jou omhoog en tijdens dit omhoog-slingeren, onderga je de lichtheid van je zijn. Je bent niet onder de golf, maar op haar, Een met haar, en je jubelt met iedere druppel: “Vader, O Algeest, Jouw wil geschiede!”

De golf legt je teder aan de oever neer. Nog een keer buig je je en zegent haar in de naam van de Algeest. Je loopt nu waardig en gelukkig weg. Maar nauwelijks heb je je van het water verwijderd, of er flakkeren vurige vlammen door het steppegras, dat zich voor je uitbreidt: “Wil jij voor ons vluchten?” roepen de vuurgeesten je toe. “achter je is het reddende water. Zie, jij, mensje, wij komen, om ons recht op te eisen. We hebben je gediend, en nu dien jij ons!” Een wind blaast het vuur nog aan tot laaiende vlammen! Je kijkt om. Achter je de rustige zee. Zul je terugschrikken voor de beproeving? Een beproeving, die er geen is, omdat jij deze door je scheppingskracht deze zelf hebt opgeroepen.

Moedeloos geworden draait de mens zich om, zet een paar stappen op het zand, zonder gras, terug naar het water. De vuurgeesten lachen spottend: “O jij arm mensje! Zie hier, je wijkt voor onze macht.” Dan klinkt echter een wonderlijke melodie midden tussen de vlammen. Er straalt licht uit. Licht, niet uit de lagere vlammen van de lagere geesten, maar uit de hogere, uit van het Oerlicht stammend vuur. Opnieuw nu ga jij, de mens, O geïncarneerd kind van God, naar de vlammen en buigt deemoedig je hoofd.

In de verte is naast deze wonderlijke melodie ook de donderslag in tijd/ruimte te horen. Heen en weer geslingerd tussen licht en duister vecht de mens om het licht in zich, bedwingt de angst, die hij zelf heeft geschapen en loopt waardig door het van vuur zwart geworden gras. Zie, onder zijn treden dooft het vuur, want door het stappen buigt hij zijn hoofd, bereidwillig naar de vuurgeesten om zich over te geven, bereid te verbranden, om gereinigd in het hoger licht binnen te treden. Scheppingsgedachten doorstromen nu de mens en hij zegent in liefde de vuurgeesten. Voor donder schrikt hij niet meer terug en het licht, waarin hij gaat, ontvangt hem vol mildheid en goedheid. Het is het licht van de plaats van herkomst, dat de voortschrijdende mens omhult. Het is de deemoed, die de zoon, de dochter in ruimte en tijd beleeft. Het vuur dooft. De Lichtstraal verzinkt als liefde in de harten van de mensen en zijn bewustzijn verwijdt zich door de ervaring van de liefde tot het vuur en tot de geesten, die het beheersen.

Toch nadert thans het aard-gebondene naar hem. Veel vaker was de mens al op aarde. Jij, Mijn kind, en jij, jullie allen. Wat is het, dat aarde-gebondene? Het zijn de broeders en zusters, die precies zoals jij via hun gedachtekrachten de zwartheid van de duisternis doorlopen. Zoals ook jij in deze duisternis vertoeft en hier en daar deze duisternis in gedachten de hand reikt, zo eisen zij van jou hetzelfde. Macht is je gegeven, de duisternis je plaats te laten zien, maar met deze macht is de opdracht niet vrijgemaakt.

Zolang macht zich niet in liefde vertaalt, is de duisternis niet opgelost. Ben jij, o Mijn zoon, Mijn dochter niet uitgetrokken, om mee vrij te maken, om tussen de duisternis licht te zijn? Waar reik jij echter de duisternis, de macht, jouw hand? Waaraan hebben jullie je allemaal nog gebonden en daarmee via jou aan de duistere krachten macht gegeven?

Enkel als je in jezelf vrij bent, van al de gebondenheid van het materiële, dan is ook de liefde in jou zo gegroeid, dat je ieder wezen met liefde tegemoet treedt en toont, dat ook hun plaats in het hart van de Vader is en het alleen de ongoddelijke, van God verwijderde, gedachten zijn, waarmee ze zich identificeren.

Pas op het moment, dat je jouw gebondenheid in de schaal legt, die Ik je in de laatste openbaring aanreikte, ben je vrij voor je opdracht. Je treedt ieder wezen tegemoet en jouw wezen zelf is licht en dit licht straalt midden in de duisternis en wat dit licht, jouw licht, tot stand brengt, is het niet meer donker, de duisternis verlicht zich, verandert in licht.

O mens, zie, dan ga je ook door de poort van de bewuste dood. Dat betekent, de dood is voor jou geen schrikbeeld meer. Zelfs als moeder aarde je lichaam nog omhult, verlaat jij als kind van de Allerhoogste in het volle bewustzijn het aardse kleed en gaat, in de vreugde van je begeleidende engel, door de Poort van gelukzaligheid.

In de gemeenschap van gelukzaligen nadert dan nog een keer, vanwege je belofte geboren, de engel, die gestuurd is om jou te vragen, of je een hernieuwde gang naar de aarde wilt maken, zelfs als het gevaar bestaat, opnieuw in de aardse drama’s je te verstrikken.

O mens, luister: Als je, in deze zaligheid trillend en in het bewustzijn van al het leed, dat door een nieuwe aardegang je te wachten kan staan, toch zegt: “Mij geschiede naar de wil van God” en daarmee naar de heilige belofte, die jij ooit gaf, dan heb je de dood echt overwonnen en er zal jou de kracht in handen worden gelegd om in de volgende incarnatie je lichaamscellen in een hogere trilling te brengen, en je fysieke lichaam te vergeestelijken.

O mens, luister! Ik heb je in het zielebewustzijn door de stations geleid, die tevens de kruiswegstaties van Mijn aardse Zijn zijn. Jij bent bereid, Mij na te volgen, dus stel je moedig op tegenover je angsten en besef, dat angst alleen maar daar kon ontstaan, waar het je aan deemoed ontbrak! Je zult nog tijd nodig hebben om de volle diepte van Mijn Woorden te begrijpen, maar met je goede wil zul je in de wijsheid van het gesproken woord binnen dringen en deze diepte langzaam gaan begrijpen.

Je bent vrij, Mijn kind, dat Ik aangenomen heb, hier in het aardse Zijn, vrij, om Mij na te volgen, Mij, Jezus Christus, de liefde. Vrij ben je als kind van de Allerhoogste in het aanwenden van de scheppingskracht, die aan jouw is toegekend.

Keer nu terug naar het aardse leven! Je ondergaat weer de zwaartekracht. De lichtheid verdwijnt uit je hoofd, je nek, het boven- en onderlichaam, uit je armen, je benen en je voeten. Zwaar is nu jouw lichaam, Een met de aarde, die het draagt. Dit wetende, kun jij je ieder moment bevrijden, jij, O ziel, jij, die in dit lichaam woont. De vrijheid is je gegeven.

Hoor Mijn stem en kom in de lichtsferen, om ook daar te werken, met Mij en aan Mijn zijde, ook in het bewustzijn van het verloop van je dag! De mantel van Mijn liefde omhult je, O, Mijn zuster, Mijn broeder, Mijn aangenomen kind in dit aardse zijn. Laat deze liefde onophoudelijk werken, in en door jou.

Amen

 

 

Leseansicht
Voorwoord
1234567
891011121314
15161718192021
22232425262728
29303132333435
36373839404142
43444546474849
50515253545556
57585960616263
64656667686970
Tref-impulsnur Buchnur Treffen„Leg de scholing niet terzijde, want als U uit uw innerlijk de impuls opvangt, deze ter hand te nemen, sla het boek dan op een willekeuige pagina open, en het zal precies die pagina zijn, die U verder helpt, als U twijfelt, welke weg U dient te gaan.“(70. Schulung)
© 2024 Liebe-Licht-Kreis Jesu Christi DatenschutzerklärungImpressum
Liefde-Licht-Kring van Jezus Christus Weg naar eenheid, 57. Les
Tref-impuls